Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [28][Om] de zonde huns monds, [om] het woord hunner lippen; en laat hen gevangen worden in hun hoogmoed; en om den vloek, en om de leugen, [die] zij [29]vertellen. 28. Omdat er niet dan zonde te weten, trots spreken, vloeken en liegen over mij] uit hunne mond gaat. Sommigen voegen deze woorden bij het woord vergeten in het voorgaande vs.12, in dezen zin: Opdat mijn volk niet vergete hoe trots zij plgen te spreken en hoe zij daarover varen; te weten, dat zij daarin alzo gevangen worden, dat men van hun vloeken en liegen [de oorzaak hunner straf] niet genoeg kan vertellen. Anders: de zonde huns monds [is] het woord hunner lippen; laat hen dan, enz.; dat is, het is al leugen wat zij spreken; daarom, enz. 29. Die zij dagelijks in hunne redenen zonder schroom bij menigten uitsmuiten, gelijk boven vs.8. Anders: zij zullen van den vloek en van de magerheid vertellen.